Lichaamsbesef is o.a. belangrijk voor ruimtelijke oriëntatie: wat is boven, onder, voor, achter, hoe diep is diep, hoe hoog is hoog, enz. Ruimtelijke oriëntatie is nodig voor het leren lezen, schrijven en rekenen. Leren op school is ruimtelijke oriëntatie en organisatie (executieve functies organiseren en structureren). Evenwicht is met zelfwaarneming (weten waar je lijf is en voelen wat het nodig heeft) en het zintuig zicht belangrijk voor het lichaamsbesef.

Evenwicht is de basis van alle motoriek (het kunnen bewegen). Balans betekent evenwicht bewaren zonder te bewegen. De ultieme beweging is stilstaan (statisch evenwicht). Héél langzaam uitgevoerde bewegingen vragen ook veel van je balans, evenwicht en motoriek (dynamisch evenwicht). Vooral wanneer je een rondje draait (roterend evenwicht) voel je dat vaak goed in je hoofd waar het evenwichtsorgaan zit. Iedereen weet dat het dan moeite kost om rechtop te blijven staan. Hoe sneller de beweging, hoe makkelijker het is om je evenwicht tijdens de beweging te bewaren. Verlies je je evenwicht? Een reflex helpt je om het evenwicht weer te vinden.

Door heel veel te spelen en bewegen ontwikkelt het gevoel voor evenwicht. Een goed evenwicht bevordert de ontwikkeling van grove en fijne motoriek.

Een goede balans en evenwicht zorgen ook voor stevig staan! Letterlijk en figuurlijk! Oefeningen voor balans, evenwicht en motoriek worden in de totaalaanpak van de RT-lessen meegenomen.